Karel en Kerstavond
Mijn allergrootste held
Mijn vader, mijn allergrootste held, overleed op Kerstavond 2004 aan een Kerstliedje
Op deze dag, negentien jaar geleden, ging mijn grootste held op krokodillenjacht… voor altijd… met zijn ‘bloedbroeders’ Henk, Joop en Frits!
De man, die alles overleefde, kon het liedje ‘Stille nacht’ niet langer verdragen… sloop naar zijn kamer en ging dood!
De man die alles, maar dan ook álles, voor zijn vrienden, familie en gezin over had!
De man die nooit verzaakte, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat werkte om ons, zijn kinderen, een fantastische jeugd te bezorgen.
De man die alles voor zijn (dacht hij!) ‘VADERLAND’ had gegeven… die vreselijk had geleden… maar door datzelfde ‘VADERLAND’ werd uitgekotst!
De man die tot zijn dood vocht voor zijn NOOIT ONTVANGEN salaris.
MIJN VADER… MIJN ALLERGROOTSTE HELD, overleed op kerstavond 24 december 2004 aan een LIEDJE!!!
Waarom kon Karel Becking niet tegen KERSTAVOND? Daarover dit citaat uit ‘Tussen twee Vuren.’
“DRAMA KERSTAVOND 1946.
Pelopors terroriseerden Sumatra en in het gebied van de ‘Bernhard Bastaards’ werden konvooien beschoten, plantages aangevallen en hele dorpen uitgemoord. Het bataljon vocht een zware anti-guerrilla en leed grote verliezen. Even rust in Medan zat er niet in.
Verslappen kon niet, versterkingen waren er niet… het werd een KERST TE VELDE!
De administrateur moest met de contracten de stellingen langs. De vier musketiers Joop, Frits, Karel en Henk waren al sinds de Jap bij elkaar. Hadden alle gruwelijkheden samen doorgemaakt en overleefd. Waren bloedbroeders, hielden meer van elkaar dan van familie! In de bossen tekenden zij op 24 december 1946 het contract voor zes jaren bij het IV Bataljon Infanterie, de Bernhard Bastaards.
De zon zakte achter de heuvels, het werd kerstavond en de musketiers waren blij dat ze nog heel lang bij elkaar zouden zijn.
De vijand leek verslagen, ze stookten vreugdevuur en dronken bier. Gezellig rond dat vuur zongen ze liedjes over herdertjes en engelen.
Karel moest pissen en liep om de woudreus.
Zijn vrienden zongen ‘STIHHILLE NACHT… HEILIGE NACHT…’ hij wilde lachen… maar werd omgeblazen door een enorme explosie… aan de andere kant van de boom… hij stond op en zag de voltreffer van de pelopors… een mortiergranaat midden in het kampvuur.”
Een enorme explosie aan de andere kant van de boom.....
Pap!
Ik volgde uw voorbeeld, diende ons land. En sta nu weer klaar!
Uw ‘vaderland’ maakt namelijk wéér dezelfde fout.
Denkt nog steeds dat veiligheid en bestaanszekerheid gratis en vanzelfsprekend zijn, dat er géén monsters bestaan…