Dit boek is een schilderij in woorden van de schone en vuile, complete en complexe, ja, van de ware Nederlands-Indische geschiedenis. Een geschiedenis die de politiek probeert te herschrijven, de Papua’s er uit probeert te gummen en de Indo’s, Molukkers en militairen de schuld voor het Indie-drama in de schoenen probeert te schuiven, zodat zij vrijuit gaat. Het was de Nederlandse regering die niet alleen troepen stuurde om haar onderdanen te beschermen tegen criminele Indonesiers, maar ook en vooral om haar rijke kolonie, haar cash-cow, terug te winnen. Daarmee is zij verantwoordelijk voor de peilloze ellende van miljoenen onderdanen, waaronder de immer nog slepende ‘Back-pay kwestie’, waarbij vrijwel alle Indie-slachtoffers en hun kinderen, die in armoede opgroeiden, ‘ONGEKEND ONRECHT’ is aangedaan.
‘TUSSEN TWEE VUREN’ ontkracht het fabeltje dat Indo’s het kolonialisme omarmen, terwijl zij juist begrip hebben voor de vrijheidsstrijd van het volk waaruit zij stammen. Voor hen was de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog niet simpel ‘Wit tegen Bruin’, maar een complete ‘mindfuck’ vanwege de verwevenheid met beide kanten. Het was een bloedige broederstrijd waarin familieleden tegenover elkaar stonden, en ieder constant twijfelde aan de juistheid van zijn eigen keuzes.
Het boek is gebaseerd op ego-documenten, ‘oral history’, eigen herinneringen en archiefonderzoek. Er komt veel lijden in voor, maar ook humor, heroïsme, liefde en vooral een niet kapot te krijgen Indo-optimisme.
De taal was aan verandering onderhevig en oom verwarring te voorkomen wordt zoveel mogelijk de laatste spelling aangehouden. Personen en plaatsen worden wel bij hun dan geldende naam genoemd. Z zijn mijn moeder Stans en ooms Leo, Dolf en Guus dezelfde personen als Suharti, Tukitjo, Sunarto en Sjugito. En zijn Hollandia, Kota Baru, Sukarnopura, Djajapura en Jajapura een en dezelfde stad.
Ik dank u voor uw interesse en wens u veel leesplezier.
Erik Becking