Bento

Paardenbiefstuk?

BENTO - PAARDENBIEFSTUK

In het land waar ik ben geboren, zagen de meeste mensen alle dierlijk leven in de eerste plaats als voedsel (onze vrienden de Papua’s zagen Jappen en pelopors ook als zodanig). Mogelijk de reden waarom ik soms ‘schokkende’ verhalen heb over mijn paradijselijke jeugd in de bossen boven Manokwari. Nu uit ‘Tussen twee Vuren’ het verhaal over ons paard BENTO.
 
“Toen ze het bruggetje over waren kwamen de honden hen tegemoet gesprint en huppelden vrolijk blaffend mee, terwijl de jeep rustig richting huis kachelde. Halverwege hoorde Stans dat er wat mis was… van achter het huis klonk hevig gehinnik… alsof er een paard werd geslacht. Een afschuwelijk geluid en zodra de jeep stil stond, rende ze naar de achtertuin. Karel had de oude beerput van Absen met zinken golfplaten afgedekt en daaromheen vier paaltjes in de grond geslagen en touw ertussen gespannen. Dus was het voor ieder mens en dier duidelijk dat ze dáár niet moesten komen… niet voor Bento. Krijsend en panisch hinnikend zat hij tot zijn middel vast tussen de zinken platen en spartelde met zijn voorpoten in de lucht.
 
Karel kreeg met moeite een touw om de nek van het wilde paard en begon uit alle macht te trekken. Geen beweging. Stans trok de golfplaten weg, Bento zakte verder in de stront, maar kreeg wel grip met zijn voorpoten en trok uiteindelijk zichzelf uit de put.
 
Hevig bloedend aan een achterbeen vluchtte hij het bos in… zelfs het laatste greintje vertrouwen in de mensheid kwijt geraakt. Toen hij zich een paar dagen later weer liet zien… liep hij mank. Zijn linker achterbeen dik opgezet en boven de hoef een rottende open zweer. Hij had duidelijk zorg nodig, anders was het gauw gedaan met het edele dier. Hij moest gevangen worden en behandeld. Bij bloedvergiftiging was het paard zelfs als paardenworst niets waard.
 
Zo dacht Karel… zijn vrouw zag een dier in nood. Zij vroeg vrienden om hulp en zo trok een lint van mannen, gewapend met stokken in linie over het landgoed om Bento in een hoekje te drijven. Maar het wilde paard had een hekel aan mensen en was voor de duvel niet bang. Steeds als ze dachten dat hij rustig stond te grazen en zich gewonnen gaf, bleek dat een schijnbeweging en spurtte hij dwars door de linie naar de andere kant van het land. Na enkele mislukkingen gaven de mannen het op. Karel pakte zijn kaliber 12… dan maar paardenworst, was de woesteling tenminste nog ergens goed voor!
 
Maar Stans sprong voor haar vriend, wilde het nog één keer proberen, op háár manier! Al dat gejaag en gejakker werd het dier onrustig van, een wonder dat er nog geen ongelukken waren gebeurd. De mannen lachten haar uit, maar gunden haar een laatste poging, daarna zou Karel hem afschieten en ter plekke slachten. Ze hadden wel trek in een stuk verse paardenbiefstuk.
 
Bento stond vijandig afwachtend, zogenaamd te grazen in een ver hoekje van het terrein. Achter zich het pisangbos om weg te vluchten. Zijn been deed gruwelijk pijn en op drie benen steunend zag hij zijn vriendin langzaam naderen en als een heilige Moe Graafstal lieve, kalmerende woordjes tegen hem zeggen. Haar handen open naar hem gericht… niets geen gevaar… hij was moe, hapte hijgend naar lucht en zij kwam steeds een stapje dichterbij. Hij tilde de kop op en loerde naar zijn belagers… die gemene grijnskoppen kon hij wel kapottrappen… maar zíj wilde hem helpen…
 
Langzaam naderde Stans het woeste paard… Karel had de kaliber 12 in de aanslag… Bento gooide zijn bruine kop hoog in de nek, maar bleef staan en keek het vrouwtje aan… Stans zag bloeddoorlopen ogen en fluisterde dat het goed was, dat zij hem wilde helpen, dat zij móést helpen… anders lag hij vanavond op de barbecue. Ze stak haar hand uit en aaide voorzichtig zijn neus… Hij liet het toe en liet haar een arm om zijn nek slaan en lieve woordjes in zijn oor fluisteren. Bento werd al maar rustiger en Karel zenuwachtiger, klaar om te schieten.
 
Minutenlang stonden vrouw en paard daar tegen elkaar aan… de toeschouwers vol verbazing… dit hadden ze nog nooit meegemaakt! Stans riep rustig dat Guus moest komen om de wond schoon te maken. En terwijl zij het paard fluisterend afleidde, waste Guus de etter en andere smerigheid uit de open zweer. Hij had het zijn moeder zo vaak zien doen en wist hoe het moest… ichtiol… want wat voor mensen werkte, zou dat zeker ook voor paarden doen.
 
Nadat hij het been keurig had ingesmeerd en verbonden, leidde Stans het paard naar een boom en bond het touw om de stam. ‘Zo’, dacht ze, ‘geloof in God, maar bind je paard wèl vast!’ Ze had geen zin in nog meer klopjachten.”
 
Bento genas helemaal en zodoende moesten we bij onze vlucht voor Soekarno ook hem aan zijn lot overlaten.
Scroll naar boven