Met deze gedachten stap ik als 18 jarig jongetje in Weert uit de trein. Lang krullend haar, Omabrilletje, sjovel gekleed. Onzeker, toch wel, maar met nog steeds die glimlach.
‘LICHTING 72-1 KMS. HIER MELDEN.’
Twee mannen in soldatenkleding houden een bord met deze tekst omhoog. Er staan al wat andere jongens. Ik ga er heen en zeg dat ik me kom melden. ‘Hoe heet je?’ ‘Erik Becking.’ ‘PEKKING??… Staat niet op de lijst.’
‘Nee, B-Becking, met een BÉÉÉ.’
‘Met een BRAAAVOOO!!?? BEKKING… staat niet op de lijst… O ja, toch, hier onderaan… met pen bijgeschreven.’
Hè, MET PEN BIJGESCHREVEN? Wat is dat nou? Komt zeker omdat ik pas vorige week gekeurd ben.
‘Oké, blijf maar even hier staan. We wachten nog op één rekruut.’
Even later komt een lange vent met een weekendtas aan gewandeld.
‘Moet ik me hier melden?’ vraagt hij in een groningsboeren accent. ‘Hangt ervan af hoe je heet, boertje.’
‘Geeert Bakkerrrr.’
‘Oké, mannen’, zei de soldaat met een gouden streep op zijn schouder, ‘ik ben SERGEANT RIETVELD en hij is KORPORAAL Lammers, wij brengen jullie naar de kazerne… VOLGEN!!’
Het groepje opgeschoten pubers pakt hun tassen en loopt schoorvoetend achter de soldaten aan. ‘Nou, kom op! Loop een beetje door! Jullie willen toch soldaat worden?!’
De sergeant heeft de pas er goed in. Wij kunnen hem niet bijhouden en gelukkig hoeven we niet ver. Op de parkeerplaats naast het station staan drie soldatenvrachtwagens met de stoere neus ons op te wachten.
WAUW, WAT EEN HEERLIJK GEVOEL. HET GAAT BEGINNEN!!! IK WORD SOLDAAT!!